Als je start met rTMS, hoop je natuurlijk dat het snel werkt. Je komt tenslotte met klachten die je dagelijks leven beïnvloeden. Of het nu om somberheid, spanning, dwanggedachten of vermoeidheid gaat. Veel cliënten vragen zich dan ook af: Hoe snel werkt rTMS? Het eerlijke antwoord: Dat verschilt per persoon. Maar er zijn wél patronen. Die leggen we graag aan je uit.
Hoe snel werkt rTMS?
Bij rTMS worden je hersenen via magnetische pulsen gestimuleerd. Die stimulatie is erop gericht om hersengebieden die bij depressie of OCS minder actief zijn, weer in balans te brengen. Maar net als bij het trainen van een spier, gebeurt dat niet in één keer. Het kost tijd, herhaling en regelmaat. Het is dus geen quick fix, maar het heeft een opbouwend effect.
Voor de meeste mensen duurt het 2 tot 4 weken voordat de eerste veranderingen voelbaar worden. Soms gaat het sneller, soms langzamer. Dat zegt niets over het uiteindelijke resultaat. Het effect van rTMS is namelijk cumulatief: Hoe vaker de hersenen worden gestimuleerd, hoe meer nieuwe verbindingen en activatiepatronen er ontstaan. Je brein leert als het ware geleidelijk opnieuw in balans te komen.
Wat kun je merken tijdens de opbouwfase van rTMS?
Ook als de echte omslag nog even op zich laat wachten, kun je in de tussentijd subtiele signalen opmerken.
Veel mensen beschrijven bijvoorbeeld:
- Iets meer energie aan het eind van de dag
- Iets minder intens reageren op stress of negatieve gedachten
- Betere concentratie of helderheid in het hoofd
- Minder piekeren of malen, al is het soms nog wisselend
- Slaap die iets verbetert, ook al is die nog niet optimaal
Deze kleine veranderingen zijn vaak het begin van iets groters. Ze betekenen dat je brein aan het reageren is op de behandeling. Het is belangrijk om deze signalen serieus te nemen, ook al voelen ze op het moment zelf misschien nog te klein.
Wat als je (nog) niks merkt van rTMS?
Het komt ook voor dat je in de eerste weken weinig tot geen verandering ervaart. Dat is niet raar en het betekent zeker niet dat de behandeling niet werkt. Iedereen reageert anders, sommige hersenen hebben gewoon wat meer tijd nodig om te reageren op de stimulatie. Soms zie je pas in week 4 of 5 een duidelijke verschuiving, terwijl anderen juist na 10 sessies al een verschil voelen. Blijf het traject afmaken zoals afgesproken. Juist de consistentie en herhaling maken rTMS effectief. Vergelijk het met een antibioticakuur. Die neem je helemaal in, ook als je halverwege al verbetering merkt of juist nog niet zoveel voelt.
Emotionele schommelingen horen erbij
Sommige mensen merken in de eerste fase juist dat ze emotioneler worden, vermoeider zijn of tijdelijk een terugval ervaren. Dat klinkt misschien gek, maar het is een bekend verschijnsel bij hersenstimulatie. Je brein is aan het ‘herprogrammeren’. In die fase kunnen oude patronen eerst nog even opvlammen voordat ze verminderen. Ook dit hoort bij het proces. Bespreek het gerust met je behandelaar, zodat je samen kunt volgen wat er gebeurt.
Wat helpt tijdens de opbouwfase van rTMS?
Houd een kort dagboek bij. Schrijf op wat je opvalt aan je stemming, energie of gedrag. Kleine dingen worden zo beter zichtbaar. Als je twijfels hebt of weinig merkt, bespreek het. Vraag om ondersteuning. Soms kan het behandelprotocol aangepast worden, of helpt het om tijdelijk extra begeleiding te krijgen. Wees mild voor jezelf. rTMS is best een intensief traject. Niet omdat het zwaar is, maar omdat je brein flink aan het werk wordt gezet. Het vraagt om geduld, dus verwacht niet dat je na een paar sessies ineens een compleet ander mens moet zijn. Je mag rustig wennen en je eigen tempo volgen. Verandering komt vaak stapje voor stapje.
Blijf in beweging. Ook al voel je je moe of futloos. Lichte beweging, zoals wandelen of fietsen, helpt je brein te activeren en kan het effect van rTMS ondersteunen. Je hoeft echt niet dagelijks aan zware krachttraining te doen in de sportschool. Elke stap telt. Houd je leefritme zo stabiel mogelijk. Probeer op vaste tijden te slapen, op te staan en te eten. Een regelmatig ritme helpt je hersenen om zich aan te passen aan de nieuwe prikkels. Vermijd grote pieken in stress, slaapgebrek of schermgebruik vlak voor het slapengaan.
Neem pauze van zelfkritiek. Veel mensen met depressieve of obsessieve klachten zijn streng voor zichzelf. Merk je dat je denkt: “Het werkt zeker niet bij mij” of “Ik doe het vast niet goed”? Herinner jezelf eraan: Deze gedachten horen bij de klachten, niet bij de feiten. Sta stil bij elke stap vooruit, hoe klein ook. Als je merkt dat je iets minder piekert, een taak hebt afgerond of beter hebt geslapen: Benoem dat. Juist die kleine signalen betekenen dat er iets in beweging komt. Gun jezelf dat momentje van erkenning.
Werkt rTMS snel?
Het effect van rTMS bouwt zich dus langzaam maar gestaag op. Soms merk je al snel verschil, soms pas na een paar weken. Zelfs als het langzamer gaat dan je had gehoopt, wilt het niet zeggen dat rTMS niet werkt. Gun je brein de tijd, houd contact met je behandelaar en geef jezelf de ruimte om te herstellen in je eigen tempo. Verandering hoeft niet groots te zijn om betekenisvol te zijn. Soms zit vooruitgang in het feit dat je weer iets meer ademruimte voelt, een taak oppakt of gewoon op komt dagen voor de volgende sessie. Dat is óók herstel.
Als je al jarenlang leeft met depressie of dwang, is het begrijpelijk dat je voorzichtig bent met hoop. Maar juist dan is het goed om je te realiseren: Wat zijn een paar weken of maanden behandeling, vergeleken met al die jaren waarin het overleven was in plaats van leven? rTMS is geen quick fix, maar het kan wél het begin zijn van iets nieuws. Een beweging richting verlichting, richting ruimte. En dat is het waard om de tijd voor te nemen. Wil je weten of rTMS ook iets voor jou kan betekenen? Neem vrijblijvend contact met ons op voor vragen, of meld je aan voor de behandeling