Nieuw onderzoek bekijkt een mogelijke behandeling met rTMS bij dunnevezelneuropathie (DVN). DVN is een aandoening die het leven van patiënten diep kan beïnvloeden. De pijn is niet alleen heftig, maar vaak constant aanwezig. Medicatie helpt niet altijd en als het iets doet, zijn de bijwerkingen soms moeilijk te verdragen. Daardoor raken mensen uitgeput, gefrustreerd en verliezen een stuk vrijheid in hun dagelijks leven.
Wat gebeurt er bij dunnevezelneuropathie?
DVN ontstaat wanneer de dunste zenuwvezels beschadigd raken. Die vezels zijn verantwoordelijk voor het doorgeven van pijnprikkels, maar ook voor allerlei automatische processen zoals het regelen van bloeddruk, hartslag en de werking van darmen en blaas. Bij DVN raakt dit systeem ontregeld, wat grote gevolgen heeft. Voor veel patiënten draait het dagelijks leven om één ding: pijn. En dat doet iets met je. Mensen door DVN worden beperkt in alles wat vroeger vanzelf ging. De radeloosheid, het verlies van energie, het moeizaam volhouden van sociale contacten, DVN grijpt in op alle lagen van het leven.
Het brein bij neuropathische pijn
DVN lijkt in eerste instantie een aandoening van de zenuwen buiten de hersenen. Maar speciale hersenscans laten zien dat er meer speelt. Bij mensen met DVN worden afwijkingen gevonden in hersenactiviteit en in de verbindingen tussen verschillende hersengebieden. Dat betekent dat niet alleen de zenuwen in het lichaam meedoen, maar ook het brein zelf een rol kan spelen in hoe pijn wordt ervaren en in stand gehouden.
Dat maakt rTMS interessant. Bij deze behandeling worden bepaalde hersengebieden gestimuleerd met korte magnetische pulsen. Door die gerichte stimulatie kunnen hersencircuits worden beïnvloed, waardoor klachten kunnen verminderen. Bij depressie weten we inmiddels dat dit werkt. Maar tot nu toe is bij DVN dit nog niet eerder onderzocht.
Onderzoek naar rTMS bij DVN
Onderzoekers van het Maastricht UMC+ zijn een nieuw, veelbelovend onderzoek gestart naar een behandelmethode die misschien verlichting kan bieden: repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS). Deze techniek wordt in Nederland al jaren succesvol toegepast bij depressie. Maar kan het ook helpen bij de pijnklachten van DVN? In het nieuwe onderzoek zullen 124 patiënten meedoen. De helft krijgt zes weken lang rTMS, de andere helft krijgt een nepbehandeling zonder werkzame magnetische pulsen. Geen patiënt of onderzoeker weet van tevoren wie welke behandeling krijgt. Dit zorgt voor betrouwbaar, zuiver onderzoek.
Ze richten zich niet alleen op pijnvermindering. Ze kijken naar:
- het effect op andere lichamelijke klachten
- het dagelijks functioneren
- de algehele kwaliteit van leven
- de noodzaak en werking van onderhoudsbehandelingen
Het doel: kunnen we het brein op een veilige manier beïnvloeden zodat mensen met DVN weer meer regie ervaren in hun leven? Dr. Hoeijmakers verwoordt het treffend: hij hoopt dat patiënten door de behandeling weer kunnen deelnemen aan het dagelijks leven, zonder voortdurend door pijn bepaald te worden.
Waarom deelname zo waardevol is
Meedoen aan zo’n onderzoek vraagt tijd, energie en toewijding. De behandelingen volgen het onderzoeksprotocol nauwkeurig en dat betekent wekelijkse sessies gedurende meerdere weken. Toch is de motivatie groot: DVN-patiënten zijn op zoek naar perspectief, iets dat werkt zonder zware bijwerkingen. Als het onderzoek positieve resultaten oplevert, is er nog een belangrijke vervolgstap: het verkrijgen van vergoeding via de zorgverzekering. Hiervoor moet een aparte procedure worden doorlopen, maar het zou betekenen dat rTMS op termijn breed toegankelijk kan worden voor DVN-patiënten.
Wat betekent dit voor jou als DVN-patiënt?
Het onderzoek loopt nog, maar biedt een belangrijk perspectief: Pijn bij DVN is mogelijk niet alleen een zenuwprobleem, maar ook een hersenprobleem en dat opent de deur naar nieuwe, innovatieve behandelingen zoals rTMS. Bij rTMS International behandelen we op dit moment uitsluitend depressie, maar we volgen nieuwe ontwikkelingen zoals dit DVN-onderzoek met grote interesse. Innovaties die het leven van patiënten kunnen verbeteren, vinden wij belangrijk. Juist omdat de toekomst van mentale en neurologische zorg zich steeds meer richting de hersenen verplaatst.