Angststoornis onderzoek bij muizen

Onlangs hebben Neurowetenschappers van de Universiteit van Texas ontdekt welke zenuwcellen in het brein van een muis verantwoordelijk zijn voor angstige herinneringen. Het onderzoek biedt nieuwe inzichten in hoe een angststoornis zoals OCD ontstaat en hoe angstige herinneringen in het brein geactiveerd worden.

Bijna één op de vijf volwassenen Nederlanders krijgt ooit last van een angststoornis. Dit blijkt uit onderzoek dat uitgevoerd is in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Mensen met een angststoornis koppelen een angstige herinnering aan een bepaalde geur of een geluid dat toevallig aanwezig was tijdens de traumatische ervaring. Wanneer op een later moment het geluid weer wordt gehoord, dan komt de angstige herinnering terug. In de psychologie noemen ze deze koppeling een geheugenspoor. Volgens psycholoog Joke Baas (Universiteit Utrecht) is het geheugenspoor voor angstige herinneringen zo sterk dat dit het gedrag blijft bepalen.

Nieuw geheugenspoor

Tijdens therapie tracht men een nieuw geheugenspoor te maken. Op deze manier wordt de associatie tussen het toevallig geluid en de angstige herinnering losgekoppeld. Dit wordt extinctie genoemd. Iemand die bijvoorbeeld tijdens een ongeluk of andere traumatische gebeurtenis bepaalde muziek luisterde, zal na therapie weer naar die muziek kunnen luisteren zonder angst te voelen. Het extinctiespoor of uitdovingsspoor heeft dan de overhand gekregen.

Omdat een oorspronkelijke angstige geheugenspoor niet verdwijnt, maar verschillende sporen naast elkaar bestaan kan jaren na afloop van therapie de angst opeens weer terugkomen. Wat belangrijk is, is om het uitdovingsspoor sterker te maken.

Wissel

Neurowetenschapper Michael Drew heeft nu ontdekt dat de uitdovingscellen een wissel omzetten tussen verschillende geheugensporen. Deze cellen bevinden zich in de hippocampus. Dit is het gebied in de hersenen waar angst wordt herinnerd.

De onderzoekers pasten een techniek toe bij levende muizen waarbij met blauw licht de uitdovingscellen in muizen aan- of uitgezet konden worden. Telkens wanneer de onderzoekers de uitdovingscellen activeerden, onderdrukten de muizen de aangeleerde angstige herinneringen. Zetten de onderzoekers de uitdovingscellen uit, dan kwamen de angstige herinneringen weer terug. Op deze manier is duidelijk aangetoond dat de uitdovingscellen een rol spelen in het switchen tussen geheugensporen, volgens psycholoog Baas.

Bron: Volkskrant 2-4-2019